Vereniging van Ouders van Couveusekinderen, Kleine Maatjes, Jaargang 41, nr. 1, januari 2019.

“Ik kijk om mij heen. Ik grijp met mijn handje naar een glazig wit koord. Drie aderen lopen er doorheen. Ik zie vaag er twee donker blauwig kleuren. Ik speel er mee… ik trek er aan, dat voelt grappig. Drijvend, ontdekkend, de bijzondere wereld van mijn – haar lichaam belevend!

Ik draai en draai nog eens, mijn hoofd wordt samengedrukt, mijn lichaam ritmisch begrensd. Ik voel mijn rechterschouder haken. Na een dubbele spildraai zet ik mij met mijn beentjes af tegen de placenta. Het gaat golvend sneller en sneller, zonder rust. “Waar ben je moeder, waar ben je vader?; Ik voel geen gedachtes, ervaar geen contact, proef geen heldere kleuren, ik weet me niet herkent….

 

Ijzig, kill, scherp en verkrampt, steeds meer nieuwe sensaties doorspoelen mij. Plots valt er een grote koude sfeer om mij heen. Vreemde handen vangen mij op: ze tillen mij in één keer snel omhoog; een akelig en duizeligmakend gevoel doorstroomt mijn hele lichaampje. Iets kouds en hards met lichtflitsjes word om me heen gelegd (aluminiumfolie deken). Ik word weggedragen met stevige bonkende stappen van andere handen….” Onderzocht… bekeken… getest…. daarna ben ik niet(s) meer bewust!

 

Glazig kijk ik de wereld in, onhelder en toch helder als ik mijn ogen open doe. Iets vertekend mijn beeld als de weerspiegelingen van mijn werkelijkheid mijn ogen raken. Ik voel vele soorten pijn, ik voel me naar, soms verdoofde pijn, pijn in mijn onderbuik (liesbreuk).. Ik voel niemand echt, een eenzaam zijn.

Ik “weet” dat mijn moeder mij niet wil zien, haar ogen kunnen het niet aan. Haar lichaam kan er niet zijn. Ik trap me in de rondte en rondte en nog eens. Ik kan me afzetten net als in mijn moeders buik tegen iets dat mijn wereld inperkt. Ik voel iets van frustratie-boosheid, iets van overprikkeling, heb geen richting, geen houvast in mijn aftastende zintuiglijke indrukken.

Lijnscherp daartegenover staan mijn enige twee keuzes…: Het lot te leven vervult mijn lijfje.…daarna ben ik…….. ik kan niets anders dan vechten in de onvriendelijk aanvoelende groter wordende wereld.”

De reis naar het leven door het geboortekanaal is er een met veel impact. Moederschap is het begin van verbinding en onthechting, van ontspanning en spanning, van gezondheid en ziekte, van vreugde en pijn. We vinden het allemaal moeilijk om iemand in pijn, stress en onmacht te zien. Zeker als het ook nog je eigen kind(eren) betreft. Dit is een gegeven van het leven, maar is zo moeilijk. We hebben dan samen grote zorgen, maar ook superkrachten.

Wanneer je aanwezig bent (en blijft) op de grens van leven en dood is samen zorgen van echt groot belang. Als er (emotionele) steun is in de vorm van aanraking, fijne woorden, ogen die je zien, zorgprofessionals die je regie en inbreng erkennen, partners die begripvol zijn, familie en vrienden die doen vanuit hun hart (ook al is het zwaar te dragen) dan kan de last verminderen van het lot dat je overvalt. Tussen alle regels van het blad Kleine Maatjes lezen we echter ook dat het voorkomt dat mensen om het kind heen “afhaken”, het medeleven er niet is of kan zijn vanuit het hart, en dan stopt de verbinding.

Ook in de latere ontwikkeling van deze kinderen heeft de omgeving haar invloed. Ook dan hebben mensen geen idee wat het “premie-probleem” is en kunnen ze er vaak niets mee. Mijn ervaring is dat velen denken dat als alle lichaamsonderdelen, het brein, de bedrading, de fysiologie en het hart gewoon hun werk weer oppakken en zich ontwikkelen jezelf ook verder kunt. Helaas dat blijkt meestal niet zo te zijn. Hoe vroeger je beschadigt bent, hoe vaker je meer uitdagingen hebt. Vandaar dat couveusekinderen niet in hun doen en laten een groot psychisch of fysiek probleem hebben, maar vaak last van meerdere, kleine en grote problemen. Het lichaam draagt de sporen. Gevoelens blijven kleven in je systeem. Dat zorgt voor beperkinkjes, voor kortsluitingkjes, voor fysieke en geestelijke beschadigingetjes. Het bonus “premieprobleem”.

Deze probleempjes worden vergroot doordat de wereld weer (te) snel op weg wil of moet. Dit het liefst volgens vaste beschreven en gemeten routes en zonder al te veel emoties. De levensweg van vroeggeborenen is sowieso anders en kan door alle bovengenoemde redenen ook nog eens onder onbewuste “spanning” staan. Deze spanning kan op verschillende manieren doorslaan in je latere leven.

In de loop van de tijd ben ik tot een gebruiksaanwijzing gekomen voor mijn lichaam met haar “premieschade en premiepowers”. Mijn dochter is nog zoekende naar haar gebruiksaanwijzing. Soms vertel ik de omgeving wat en soms niet. Uitleggen is en blijft flink ingewikkeld. Het is mij duidelijk dat niet iedereen kan/wil begrijpen en begeleiden vanuit al die “premie”-beperkingkjes.

Ik heb geleerd dat je “premielichaam, je hersenen en jezelf nieuwe verbindingen kunnen maken in je binnenwereld (en buitenwereld) als je de diepere lagen aan kunt gaan. Epigenetica laat ons dat wetenschappelijk zien. Dankzij deze premie-superpower kon ik aansluiten op mijn levensstroom!