Vereniging van Ouders van Couveusekinderen, Kleine Maatjes, Jaargang 41, nr. 4, oktober 2019

In contact staan met je omgeving is voor een couveusebaby een wereld van verschil in vergelijking met een gezonde, op tijd geboren baby. Je wordt meestal direct bij de moeder weggehaald en letterlijk van haar en de buitenwereld gescheiden. Je hebt veel medische ondersteuning nodig en door (te) veel licht, geluid en bewegingen om je heen, word je constant overprikkeld. Er is veel angst en onrust. Liefdevolle langdurige aanrakingen zijn vaak nog niet mogelijk. Je wordt vooral aangeraakt als er een pijnlijke routine volgt; maagsondes, beademing, infuusjes, prikjes of operaties. Je voelt je moederziel alleen, worstelend contact om “te zijn” of “niet te zijn”.

De mens heeft twee basisbehoeften: je goed voelen in je eigen lichaam en in staat zijn om relaties aan te gaan. Voor couveusekinderen is dit anders. Glashelder ligt daar de scheiding tussen couveusekinderen en gezonde op tijd geboren kinderen. Daar lig je dan, je voelt een blik en handen reiken naar je uit door de twee raampjes van je kleine wereld. Flitsen van liefde en angst, verwondering en teleurstelling, van (innerlijk) uitreiken en terugtrekken worden weerspiegeld. Je kunt deze tegenstrijdige tendensen niet tegelijk voelen, maar ze kunnen wel in je blijven bestaan. Je basisvertrouwen en je gevoel van veiligheid is minimaal aanwezig.

Als baby had ik niet de mogelijkheid om op deze situatie te reflecteren. Mijn lichaam deed wat het moest doen en alle overlevingsmechanismen zette ik automatisch aan. Daar ergens ben ik mezelf kwijtgeraakt, zonder dat ik het wist en zonder dat ik er schuld aan had. Dit heeft mijn leven een spanningsveld opgeleverd dat nooit helemaal opgelost kan worden. Want wat is contact? Als jong kind durfde ik niemand in de ogen te kijken. Ook wist ik niet bewust wat ogen of contact van de ander diep van binnen met mij deden.

Ik was een onschuldige gevangene. Mijn ouders waren onvoorbereide ouders, de zorgprofessionals onwetende verzorgers, mijn juffen en meesters onwetende leraren, mijn latere therapeuten onwetende therapeuten, de politiek, gemeente en verzekeringswereld herbergden onwetende werknemers. Maar iedereen handelde zo goed als ze in die tijd en situatie konden doen.

Kijkend door het glas maar nu van buiten naar binnen, zag ik daar mijn dochter (2002) liggen. Mijn ogen keken naar jou. Jouw ogen keken naar mij. Vreemd voelt het contact, zo had ik het niet gewild.

Een onzichtbaar web verbond heden en verleden, deed mij anders kijken: ik zocht iets, maar wist niet wat. Wat ik moest doorstaan, toen en nu, moest ik alleen met mijn verstand doen, maar ook lichamelijk en in mijn hart. We zijn inmiddels een generatie verder; mijn leven, het leven van mijn premature kind, ons leven samen. Ik heb ervaren dat de interactie met zorgprofessionals, familie en vrienden teleurstellend en niet helpend was. We werden niet begrepen en dat zorgde bij mij voor een groot isolement: emotioneel, psychosociaal, zingevend en praktisch.

Om te helen voerde mijn wijze lichaam mij terug naar elke fase van mijn leven met de bijbehorende gevoelens. Of, zoals de filosoof Kierkgaard het zegt: “om het leven naar voren toe te beleven, moet men het eerst naar achteren toe hebben verstaan.” Ik merkte dat passend verwerken voor mij alleen mogelijk is met een therapie die uitgaat van wanneer “iets” ontstaan is. Dat was in de buik van mijn moeder en in mijn couveusetijd. Door de nare situaties in mijn hoofd emotioneel rustig te herbeleven, kon ik veel ruis op contact en ontwikkeling “ontstoren”. Tegenwoordig zijn we gelukkig in staat om couveusebaby’s steeds betere passende zorg en nazorg te bieden. Kijkend vanuit mijzelf, zie en voel ik steeds het onzichtbare “Bonus Preemieprobleem” van een couveusekind. Het maakt niet uit met hoeveel weken je ter wereld kwam, en hoe lang geleden dat was, dit probleem bij ex-couveusekinderen vraagt om nieuwe inzichten, onderzoek en acties bij ouders, zorgprofessionals en de wereld. Het verblijf als baby op een couveuseafdeling is een van de heftigste ervaringen, maar er is niet genoeg maatschappelijk besef dat baby(trauma)- en/of hechtingstherapie nodig is!

Veel couveusekinderen hebben een dergelijke moeizame weg moeten bewandelen. In een eerdere colulmn sprak ik mijn wens uit om lotgenotencontact op te zetten voor jongere en volwassen couveusekinderen. Het verwonderde mij dat dat nog niet bestond. Contact brengt je verder, ook mij. Ik ben onlangs naar België gereisd om Peter Swinnen, ex-couveusekind en oprichter van CoKoen , een vereniging van ex-couveusekinderen, te ontmoeten. We hebben heel wat ervaringen en lekkers gedeeld, zoals de typisch Belgische geboortesuikerbonen.

Heb jij zin in inspirerend contact?! Wees welkom bij een van de Couv-café’s dit jaar in Baarn. Het Couv-Café biedt ex-couveusekinderen een veilige en gezellige omgeving waar je lotgenoten ontmoet die begrijpen wat je hebt meegemaakt en waar je mee worstel.Waar je gehoord en erkent wordt, contact helend kan werken, inzichten en rust kan geven. Voor aanmelden of meer informatie kun je mailen naar Regina Heida via yogabala@xs4all.nl