Vereniging van Ouders van Couveusekinderen, Kleine Maatjes, Jaargang 41, nr. 2, april 2019.

Je lichaam is een archiefkast vol herinneringen. Alles wat het meemaakt, draagt het mee het leven in… Hoe beheer jij deze herinneringsbestanden? Het program van je leven en de aan- en uitknop daarvan wordt door iets hogers geleid. Maar hoe je je eigen levensbestanden beheert, kun je op volwassen leeftijd zelf leren doen. Alles wat je op een moment niet hebt kunnen voelen omdat het te overweldigend was of waarvan je niet wist wat je ermee mee moest dat bewaart het lichaam.

Op de vraag “Wat heeft mijn moeilijke start voor gevolgen gehad? heb ik na 49 jaar wel een antwoord. Ik ben mijn lichaam gaan vergelijken met andere lichamen. In het zoeken naar de gebruiksaanwijzing van mijn lichaam en herinneringen ervaar ik nog steeds veel thema’s die zo algemeen menselijk maar tevens nog moeilijk bespreekbaar zijn. De oer-relatie tussen moeder en kind en leven en dood zijn namelijk niet zo eenvoudig.

Bovendien wist ik niet beter dan dat iedereen zo in zijn lichaam zit en de wereld op een dergelijke manier ervaart als ik. In mijn volwassen ontwikkeling ging ik beseffen dat mijn lichaam veel data en software had die ik niet kende. Gelukkig ook met verschillende drivers die energie leveren.

Als heel jong kind had ik al behoefte aan zingeving, aan meer weten, omdat ik “iets” niet begreep. Er was een driver dat natuurlijke processen aanstuurde voor gezondheid, balans, verbinding en heelheid. De afwijkingen op deze processen kon ik met intuïtie bereiken: keer op keer brachten gebeurtenissen mij naar kloppende data die een opluchting voor mij waren en ontspanning gaven. Ik begon te (h-)erkennen wat er werkelijk met mij was gebeurd.

Mijn lichaam was al eerder met negatieve, onveilige zaken, bijna doodervaringen in aanraking gekomen dan dat van andere mensen. Om de vervreemdende en (emotionele) isolerende ervaringen te kunnen doorbreken heb ik overtuigingen over het leven en de dood, ziekte, relaties, mijn ouderlijk gezin, stress en lichaamsreacties onderzocht en bewust “moeten” herschrijven met behulp van mijn innerlijke waarheidsprocessor.

Mijn waarheid is dat ik na mijn geboorte in 1970 veel heb moeten ontberen. Ik heb mijn moeders en vaders handen, huid en tederheid niet leren kennen. Ik heb mijn moeders ogen niet als houvast voor rust en verbondenheid, balans en stressvermindering leren gebruiken. Ik heb haar aanwezigheid als regulatiemogelijkheid van mijn gevoelens, als startpunt voor mijn eigen interne beleving en het leren van mijn moedertaal gemist. Haar liefdevolle begeleiding en haar hart om de wereld en mijzelf te ontwikkelen en mijn ik en mijn wil te starten, waren niet beschikbaar.

Mijn waarheid is dat de onprettige kunstmatige maar levensreddende ingrepen en aanrakingen die direct na mijn geboorte en 2,5 maand couveusetijd nodig waren, mijn zeer onrijpe lichaam hebben gered maar ook ontregeld. En mijn pijnbeleving en mijn reactie op pijn beïnvloed hebben.

Was je kwetsbaarder dan andere kinderen? Mijn waarheid nu is ja. Als kind had ik met nee geantwoord. Ik kon niets met mijn kwetsbaarheid, negatieve ervaringen en andere realiteit. Ik wist zelf ook niet hoe slim mijn lichaam was en hoe het andere omschrijvingen gaf aan mijn herinneringsdata. Ik voelde me vaak rot, vermoeid of had pijn terwijl andere botsende programma’s melden: “stel je niet aan, je mag het niet voelen, vecht, of we kunnen er niks mee dus plaats het maar bij ondefinieerbaar ”. Ik heb me lang anders en eenzaam gevoeld. Mijn lichaam kan mij nog steeds bij bepaalde onbewuste combinaties van (inspanning-)sensaties laten crashen.

Aan mijn onaf lichaam kan ik toeschrijven dat ik sneller overprikkeling ervaar en dat ik fijngevoeliger ben voor sferen en energie. Ik gebruik al heel lang oordopjes om te kunnen slapen omdat ik van elk geluid of beweging, hoe ontzettend zacht ook, wakker wordt. Ik herinner me mijn angst voor moedeloze moeheid, black-outs en flauw vallen. Ik kan nu zeggen dat ik me in contact met anderen vooraf niet altijd prettig voel en mijn grenzen moeilijker kon bewaken.

Artsen relateerden mijn symptomen niet aan mijn geboorte. Ze konden tot mijn verbazing en teleurstelling niets doen aan het bonus premieprobleem. Ik heb de effecten van mijn “early life stress” en imprints op de schijf doorzocht (ook in mijn ouderlijk gezin en in mijn eigen gezin). En ik vind dat een heftig, levenslangdurig proces.

Ik ben heel trots op wie ik ben en wat ik (inmiddels) kan. Gelukkig is de zorg voor couveusekinderen sterk verbeterd. Ik begrijp wat anders ging of had gekund dan bij “gewonere” bevallingen en “gewonere” lichamen. Dit verwerken hielp mij te komen bij algemene bestanden voor levensgeluk en fijne ervaringen. Mijn dochter van 17 jaar wilde nog niet geïnterviewd worden. Ze merkte dat ze erg verdrietig werd. Ik merkte dat ze nog geen rust en toegang(code) kon vinden tot deze bestanden.

Inmiddels help ik veel mensen met het begrijpen en verkennen van lichaamsreacties in hoofd, hart en lichaam. Couveuselotgenoten hebben elkaar nodig om te verwerken en zich ontspannender te voelen in contact met zichzelf en de wereld. Ben je 16 jaar of ouder en heb je belangstelling voor een lotgenotengroep Maatje Groter mail me: info@ex-couveusekinderen.nl