Vereniging van ouders van Couveusekinderen, Kleine Maatjes, Jaargang 40, nr. 3, juli 2018.
Het mooie van verhalen van geboortes vind ik de wonderlijke combinatie van alledaagsheid en bijzonderheid; Elk bevallingsverhaal van de moeder en geboorteverhaal van de baby is uniek! Dat die beleving verschilt met de buitenwereld is aannemelijk. Ik beleef het zonder dat dat de innerlijke wereld van de ander hoeft te zijn. Ik ben bovendien emotioneel verbonden met mijn kind.
Ook mijn kind heeft een ervaring, los van mij. Deze kan voor mijn kind minder fijn zijn, dan dat ik het heb ervaren. Bij de vroeggeboorte van mijn dochter was het een nare ervaring voor allebei.
Dat de onzichtbare draden van mijn geboorteverhaal als dysmatuurtje er ook dwars doorheen ging meespelen, ontdekte ik pas bij het opgroeien van mijn dochter.
Mijn verhaal vertellen is lastig, omdat ze ongewoner is, maar ook door mijn keuzes die soms afweken van gangbaardere normen. Ik ervaar de band met mijn moeder niet als (h)echt en heb ook veel (fysieke) problemen ondervonden die ik nu toeschrijf aan mijn slechte start.
De band met mijn eerste kind bouwde ik al op tijdens de zwangerschap door haptonomie en yoga. De (intuïtieve) communicatie was geweldig. We voelden ons goed en we groeiden allebei goed. Mijn bevalling was ondanks het spontaan breken van de vliezen met 34,2 dagen prima. Niet alleen met het doorknippen van de navelstreng, maar ook doordat het zorgpersoneel mijn (intuïtieve) signalen negeerde, werd onze band ruw beïnvloed. De tweede plotshift was de late, bijna dodelijke ontdekking van een klaplong.
“In de NICU voelde je het meteen als wij er waren. De verpleegkundigen zagen dan dat je alvast je ogen open deed terwijl wij onze handen wasten. Zodra we het geluid van ons muziekbelletje aan je lieten horen, het geluid dat je herkende van uit mijn buik, werd je meteen heel rustig.
De rust was schijn, want na 6 dagen wisten we niet meer of we je de volgende dag nog levend zouden zien. Je leek onze stille taal te horen. In gedachte spraken we met je en we namen afscheid: “als je wilt gaan, dan ben je vrij om te gaan…..we houden van je”.
De volgende ochtend zeiden de artsen verbaasd dat je enorm was opgeknapt. Een onbeschrijfbaar onbeschrijfbaar moment volgde om jou plots voor het eerst op onze borst te mogen voelen!
De buitenwereld verwacht dat je je direct na de bevalling euforisch en gelukkig voelt. En als je kindje de ziekenhuisperiode overleefd, het zichtbaar groeit en voldoet aan bepaalde criteria, dan denkt men dat er weinig aan de hand is. Onze lichamen blijven echter voor altijd de impact van deze start als een verborgen verhaal vertellen. De samenloop van mijn geboorteverhaal in 1970 en die van mijn dochter in 2001 zorgde voor een isolement.
Er volgde een ware thriller; Ik mocht niet achter de babylance aan rijden, omdat ik volgens het protocol eerst uit het ziekenhuis ontslagen moest worden. Vervolgens zat het Ronald Mc. Donald huis vol. Toen kregen we slechts 4 uurtjes kraamhulp omdat er geen uitgestelde kraamzorg was gebrek aan personeel. Ook was er onvoldoende kennis bij het consultatiebureau en de huisarts zorgde keer op keer voor nare taferelen.
Ik stopte met werken, want de kinderopvang was toentertijd overvraagd. Mijn dochter kon weinig prikkels aan. We kregen geen zorgindicatie. We waren net verhuisd en kenden weinig buren, vrienden woonden op afstand en de familie kon niet helpen.
Het gevaarlijke hieraan was dat niemand het doorhad. Ik had geen empathisch luisterend oor, geen echt gevoelde hulp en moest maar doorgaan. En dus ging ik door en moest zo de omgeving “foppen” omdat het daardoor allemaal wel mee leek te vallen. De “komische thriller” leidde tot onbegrip en heft mij een tijdje overspannen gemaakt.
In de zoektocht naar hoe mijn kind op te voeden heb ik erg mijn best moeten doen om te leren omgaan met de verschillen in beleving, met onzekerheden, schuldgevoelens en schaamte die daardoor bij mij ontstonden. De afwijkende ontwikkelingsbehoeften van mijn dochter en de tijd voor alle extra zorgen, maakten het lastiger om toe te komen aan het verwerken van mijn verdriet. Door actief gebruik te maken van mijn intuïtie en ratio ben ik zekerder, bewuster en krachtiger geworden. Ik deed wat klopte voor mij en mijn kind.
De plotselinge ziekenhuisopname van mijn dochter vorige jaar zomer in Italië vond ik opnieuw een beproeving. Samen hebben we onze pijn en angsten onder ogen kunnen zien. Mijn prematuurtje van nu zeventien gaat nog steeds de deur niet uit zonder om te kijken. Ze vind het fijn om bewust gedag te zeggen als ze gaat logeren. Of, zoals nu, haar fiets pakt om naar haar eindexamens te rijden. Voor mij fijn en voor haar. We hebben een (ge(h))echte band.